Vanaf 1 april 2024 verandert de Vlaamse Regering de voorrangsregels voor kinderopvanglocaties die werken volgens inkomenstarief. Voor opvanglocaties die werken met een vaste prijs of voor opvanglocaties die voorrang geven aan gezinnen in kwetsbare situaties verandert er niets.
Wat zijn de nieuwe voorrangsregels?
1) Een opvanglocatie moet absolute voorrang geven aan:
- Gezinnen die gemiddeld:
- minstens vier vijfde werken
- minstens vier vijfde een dagopleiding volgen met het oog op werk*
- een combinatie doen van die twee
- broertjes of zusjes die gelijktijdig in dezelfde opvanglocatie aanwezig zijn
- pleegkinderen
2) Er is absolute voorang voor kinderen die tot de voorrangsgroepen behoren. Voor 10% van de kinderen kan een opvanglocatie daarvan afwijken als dat in het belang is van het kind of door een gezondheids- of welzijnssituatie in het gezin.
Daarvoor heb je een advies nodig van een instantie die werkt met gezinnen, zoals:
- organisaties binnen de preventieve gezinsondersteuning (lokaal team Kind en Gezin, inloopteam Huis van het Kind, CKG, …)
- hulpverleningsaanbieders (CKG, CAW, OCMW, …)
- trajectondersteuners uit de domeinen Werk en Integratie en Inburgering
* Een vier vijfde dagopleiding met het oog op werk betekent dat de ouder een traject naar werk, een inburgeringstraject of een opleiding volgt die leidt tot een onderwijskwalificatie.
Wat betekent dit concreet?
In een gezin met twee ouders moeten beide ouders samen minstens vier vijfde werken of een vier vijfde dagopleiding met het oog op werk volgen. Het volstaat niet dat één van beide ouders aan de voorwaarde voldoet. Er wordt gekeken naar de gemiddelde tewerkstellingsbreuk.
Voorbeelden van gezinssituaties die voldoen aan de voorwaarde:
- Eén partner werkt drie vijfde en de andere partner werkt voltijds.
- Beide partners werken voltijds.
- Eén partner volgt voltijds een opleiding en de andere partner werkt voltijds.
- Een alleenstaande werkt vier vijfde of volgt een vier vijfde dagopleiding.
- Een alleenstaande werkt voltijds.
Voorbeelden van gezinssituaties die niet voldoen aan de voorwaarde:
- Eén partner is werkzoekend en de andere partner werkt voltijds.
- Beide partners werken drie vijfde.
- Beide partners zijn werkzoekend.
- Beide partners volgen vijf halve dagen per week een opleiding.
- Een alleenstaande werkt drie vijfde of volgt vijf halve dagen per week een opleiding.
De nieuwe voorrangsregels gelden voor alle aanvragen voor kinderopvang die ingediend zijn vanaf 1 april 2024. Aanvragen die vóór 1 april 2024 zijn ingediend, worden nog behandeld volgens de oude voorrangsregels.
Welke bewijsstukken zijn nodig?
Bij het indienen van de aanvraag voor kinderopvang wordt gevraagd naar de tewerkstellings- en opleidingsbreuk van de ouders. Als het Agentschap Opgroeien hiernaar vraagt, moet je dit kunnen bewijzen met één of meerdere attesten.
- minstens vier vijfde werken: een kopie van het arbeidscontract óf een attest van de werkgever óf een uittreksel uit de kruispuntenbank van ondernemingen
- (intensief) traject naar werk of (intensieve) opleiding die leidt naar onderwijskwalificatie: een attest van een arbeidsbemiddelingsdienst óf een attest van een organisatie die een gelijkwaardig traject aanbiedt óf een opleidingsinstantie
- (intensief) inburgeringstraject: een inburgeringscontract
- broers of zussen: een attest van gezinssamenstelling én indien van toepassing: een uitspraak van de rechtbank over de verblijfsregeling van de kinderen
- pleegkinderen: een attest van de pleegorganisatie
Vragen?
Heb je vragen over deze nieuwe voorrangsregels of wil je meer informatie? Neem dan contact op met de Kind en Gezin-Lijn, T 078 150 100 of met het loket Kinderopvang via T 059 50 89 12 of loketkinderopvang@oostende.be